In gesprek met Ellen Westendorp

Ellen Westendorp, 63 jaar, werkt sinds 18 jaar in de Kinder- en Jeugdpsychiatrie, waarvan de laatste 12 jaar als systeemtherapeut.

Wat maakte dat jij contact zocht met onze stichting?

“Twee jaar geleden kregen we de zorg over een 15-jarig meisje n.a.v. zelfmoordpogingen. Ze bleek al vanaf haar 9e een enorme lijdensweg te hebben afgelegd, met onbegrepen uitvalsverschijnselen, en werd bij de revalidatie als uitbehandeld beschouwd. Uiteindelijk bleek haar lijden het gevolg te zijn van misbruik. Het eerste misbruik rond haar 9e had geleid tot de uitvalsverschijnselen, en tijdens haar revalidatieopname vond er een herhaling van misbruik plaats, wat leidde tot enorme herbelevingen, eetproblemen en zelfmoordpogingen. Traumabehandelingen hadden geen effect en brachten haar dieper in de psychische ellende, waardoor haar ouders vreesden haar te verliezen aan zelfmoord.

Via een tv-item over ‘Stichting In liefde laten gaan’ heb ik contact gezocht met de stichting, ook al was er geen concrete euthanasievraag. Zo kwam ik in contact met Ellen Beukema.”

Wat doet het met jou als hulpverlener als een client zegt dat zij/hij niet meer wil leven?

“Het is nogal wat als zulke jonge mensen zo diep geraakt zijn door wat ze hebben meegemaakt, dat ze echt niet verder kunnen en/of willen leven. Hoe ga je daarmee om? Waar respecteer je de grens van iemand? Daar is geen sluitend antwoord op te geven, maar een aantal zaken zijn simpelweg belangrijk: in gesprek blijven met de ouders en de jongere, en samen met hen, als hulpverlener, je niet aanmatigen dat je het weet of kunt oplossen. Geef je collega’s ook de ruimte voor hun eigen emoties en durf dilemma’s te bespreken.

Ik bleef naast het meisje en haar ouders staan en stelde de vraag of het ook ergens anders over mocht gaan dan continu doorbehandelen: Hoe kunnen we goede zorg geven zonder grenzeloos door te behandelen?”

Vind jij dat het leven maakbaar is?

“Ik kon het met Ellen heel goed hebben over de acceptatie dat het leven niet geleefd moet blijven worden tegen de wens of mogelijkheden van de patiënt in, nadat er al zo oneindig veel is geprobeerd. De gesprekken hebben mij veel gebracht; ik kon dat gebruiken in de omgang met zowel het gezin als de collega’s. Ondanks dat we niet meer konden behandelen, werd er toch zorg verleend tot het einde, waarbij zij en haar ouders kozen voor het stoppen met alles, met de dood als gevolg.

Het contact heeft mij erg geholpen om, samen met het gezin, maar vooral ook binnen het behandelteam, voorbij het behandel stadium te durven en kunnen kijken, en te accepteren dat het leven, maar vooral het lijden, niet eindeloos gemaakt mag worden. Soms is het echt ondraaglijk en uitzichtloos, hoe moeilijk dat ook is.”

Wat heeft onze inbreng je gebracht?

“Ik heb een middag mogen organiseren over dit thema met onder andere inbreng van Ellen. Ik kan wel zeggen dat er nu beter gepraat kan worden over, en geluisterd kan worden naar ondraaglijk lijden. Er zijn geen protocollen voor, en ik hoop ook niet dat die er komen, want elk mens en elk lijden is uniek. Maar alleen al het feit dat doorbehandelen niet het enige gespreksonderwerp meer is, is helpend. Hoe vaak moet iemand anders een zelfmoordpoging doen om ons iets duidelijk te maken wat we niet willen horen, namelijk dat we het niet kunnen oplossen? In die zin is er nog echt een verschil in hoe we omgaan met somatisch en psychisch ziek zijn/lijden.

Als de doodswens er mag zijn en niet doodgezwegen wordt, is iemand mogelijk in ieder geval minder eenzaam.

Het contact met Ellen heeft mij enorm gesterkt om hierover te kunnen praten binnen gezinnen en de organisatie, en daar ben ik heel dankbaar voor.”

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer gesprekken

Nieuwsbrief ontvangen?

Wil je graag op de hoogte blijven van onze activiteiten? Meld je hieronder aan voor onze nieuwsbrief. Hier kun je onze eerder verzonden nieuwsbrieven lezen.